Nederland, Straatweg tusschen Zoestdijk en de Bilt, Obligatie, 500 Gulden, 19 Oktober 1826
Grade | Description | Price | |||
---|---|---|---|---|---|
VF | Including coupons and talon. | € 380,00 |
- Vóór 17:00 besteld, morgen verzonden!
- De kwaliteit is gegarandeerd!
- Gratis ruilen binnen 7 dagen
CollectWeb number
B1982UTBAAR0001
Specificaties
Land:
Nederland
Provincie:
Utrecht
Stad/plaats:
Baarn
Bedrijf/Uitgever:
Straatweg tusschen Zoestdijk en de Bilt
Effect type:
Obligatie (Aandeel)
Waarde:
500 Gulden
Datum/Jaar:
19 Oktober 1826
Lening:
2½% Loan 1826 of 80,000 Gulden
KB:
1 Juli 1826, No. 177
Maat (LxH mm):
300 x 213 mm
Description
Jhr. Mr. J. Huydecoper van Maarsseveenen en Mr. H.A. Laan, grootgrondbezitters uit Baarn namen in 1826 het initiatief tot de bestrating van de weg van Soestdijk naar de Bilt. Zij waren toen al enkele jaren commissaris van de straatweg (en tolweg) Naarden - Amersfoort en enkele daarop aansluitende tolwegen. Zij beoogden met de bestrating van de weg Soestdijk - De Bilt een kortere en betere verbinding tot stand te brengen tussen de eerstgenoemde Straatweg en Utrecht. Zij verwachtten bovendien een grotere toeloop naar de bestaande tolwegen, waardoor de tol opbrengsten zouden stijgen. De weg tussen Soestdijk en Utrecht, in het bijzonder het gedeelte tot De Bilt, was gedurende regenperiodes nagenoeg onbegaanbaar. Naast bovengenoemde argumenten hadden de heren grootgrondbezitters zelf ook wel enig belang bij het (verder) ontsluiten en toegankelijker te maken van hun omgeving voor belanghebbenden en gasten. Behalve door de Provinciale Staten van Utrecht (f 5.000,-) werd daarop ingetekend door 29 particulieren. De hoogste inschrijver was Huydecoper van Maarsseveen zelf met ƒ11.500,-. Ook Laan tekende in, voor ƒ 4.500,-. De overige deelnemers aan de negotiatie verbonden zich bij de intekening voor een of meer aandelen van ƒ 500,-. Zij brachten gezamenlijk ƒ 80.000 bijeen. Uit de intekenaars werd een commissie gevormd die de negotiatie, een soort onderneming, moest beheren. Deze commissie bestond uit vijf commissarissen ( 'door de geïnteresseerden dezer Negotiatie te verkiezen) die als taak kreeg de aanleg en het onderhoud van de weg te regelen en de financiën te beheren. Een belangrijke rol vervulde de Commissaris-Administrateur, die alle lopende zaken regelde. De commissie vergaderde meestal maar één keer per jaar. De eerste afrekening, over het jaar 1827, laat zien dat de gestorte ƒ 80.000,- ruim voldoende waren om de bestrating van de weg, de bouw van de drie tolhuizen en alle bijkomende voorzieningen te betalen. De grootste onkostenpost bedroeg ƒ 55.714,45: 'betaald aan steene n voor gemelde weg benoodigd, de transportkosten en het lossen hieronder begrepen'. Een jaar later, in 1828, volgden nog enkele betalingen, waarvan die aan mr. timmerman Verwoerd niet onvermeld mag blijven: 'Aan dezelve voor het maken van een doodskist voor een arbeider die bij gelegenheid van het aanleggen der Straatweg gestorven is, / 5,60. ' De heren lieten drie tolhuizen bouwen, waarvan twee op het grondgebied van de gemeente De Bilt. De eerste stond aan de zuid westzijde van de kruising Soestdijkseweg - Groenekanseweg. Daartoe kocht commissaris H.A. Laan in 1827 van Pieter Hieronimus van Westrenen van Themaat, grondeigenaar, wonende op Houdringe, 'een stukje bouwland, groot drie roeden vieren vijftig Ellen en twee en tachtig Palmen met de sloot en vier populierboomen daarop staande, gelegen aan den hoek van de Spieringweg .... koopsom/ 100,-. De Here Kooper in zijn kwaliteit zal het regt hebben op het voorgeschreven hoekje land een Huis te bouwen, moetende dienen tot Tolhuis van den nieuw aangelegde Straatweg'. Het tweede tolhuis werd gebouwd aan de Soestdijkseweg, kort voorde afslag Vuursche Weg. (Tegenover restaurant Kukeleku aan de Provincialeweg S3). In de administratie van de Straatweg komt het meestal voor als het tolhuis 'op de Heide nabij de Bilt'. Het derde tolhuis van de Straatweg verrees op enige afstand van het paleis Soestdijk. In de administratie werd het meestal omschreven als ' de gabel (=tol) aan de Veenhuizen onder Baarn', later kortweg 'de tol Veenhuizen'. Deze tollen werden op 1 januari 1929 opgeheven.