Nederland, Industriëele Maatschappij Trompenburg N.V. (Spijker), Bewijs van Gewoon Aandeel, 1000 Gulden, 1898
Grade | Description | Price | |||
---|---|---|---|---|---|
VF | Including coupons and talon | € 2.250,00 |
- Vóór 17:00 besteld, morgen verzonden!
- De kwaliteit is gegarandeerd!
- Gratis ruilen binnen 7 dagen
CollectWeb number
B1982NHAMST0003g
Specificaties
Land:
Nederland
Provincie:
Noord-Holland
Stad/plaats:
Amsterdam
Bedrijf/Uitgever:
Industriëele Maatschappij Trompenburg N.V.
Effect type:
Bewijs van Gewoon Aandeel
Waarde:
1000 Gulden
Datum/Jaar:
19 November 1898
Maatschappelijk kapitaal:
700,000 Gulden
KB:
21 Juli 1898, No.48
Opgericht:
19 November 1898
Drukker:
J.H. De Bussy, Amsterdam
Maat (LxH mm):
204x264 mm
Description
Spyker (aanvankelijk Spijker) werd in 1880 gesticht door de Hilversumse smeden Hendrik-Jan en Jacobus Spijker. Aanvankelijk bouwden de broers koetsen. Ze waren hiermee zeer succesvol en verplaatsten hun bedrijf in 1886 naar Amsterdam. De daar opgerichte N.V. Rijtuigfabriek v/h Gebr. Spijker bouwde tussen 1897 en 1898 de Gouden Koets, een geschenk van de bevolking van Amsterdam voor de inhuldiging van koningin Wilhelmina. In 1898 kochten de gebroeders Spijker een auto van de Duitse firma Benz, en een jaar later kregen ze toestemming om de Benz in licentie te gaan assembleren onder de naam Spijker-Benz. Hiervoor werd aan de Amsteldijk een nieuwe fabriek gebouwd, op de plaats van de vroegere hofstede Trompenburg van Cornelis Tromp, die in 1828 was gesloopt. De naam van het bedrijf werd N.V. Industriële Maatschappij Trompenburg. De eerste Spyker auto verscheen in 1900 als 4-persoons Voiturette met liggend, luchtgekoelde 2-cilindermotor van naar keuze 2 of 5 pk en had een vooruitstrevende constructie met cardanas en achterasconstructie met pingon en kroonwiel. In 1903 werd de merknaam Spijker veranderd in het meer internationaal ogende Spyker. In datzelfde jaar bouwde Spyker een auto die de eerste zescilinder ter wereld was, maar ook de eerste permanent vierwielaangedreven auto ter wereld en de eerste auto met remmen op de vier wielen. Met deze auto wist Hendrik-Jan Spijker in 1906, dankzij de vierwielaandrijving, als eerste bij een heuvelklim in Engeland de top te bereiken. De auto bestaat nog en is te zien in het Louwman museum te Den Haag. Op 21 februari 1907 kwam Hendrik-Jan Spijker om bij de scheepsramp met de SS Berlin, waarna Jacobus Spijker zich uit het bedrijf terugtrok. De Industriële Maatschappij Trompenburg ging in 1908 failliet, maar het bedrijf maakte een doorstart. In de zomer van 1907 nam een Spyker deel aan de rally Peking-Parijs, en finishte als tweede. Meer bijzondere auto’s werden gebouwd: ambulances; een taximodel, dat in samenwerking met Scotland Yard was ontworpen voor Londen; de eerste hofauto (voor Koningin Wilhelmina), uitgevoerd met verstelbare banken en vloerverwarming. Nadien bleef Spyker hofleverancier voor auto's. In 1915 werd het bedrijf weer verkocht. Er kwam een nieuwe directeur, de vliegenier Henri Wijnmalen, die Trompenburg tot 1922 zou leiden. De naam werd: "Nederlandsche Automobiel- en Vliegtuigfabriek "Trompenburg". Het motto werd "Nulla tenaci invia est via" ("Voor de volhouder is geen weg onbegaanbaar"), en als logo werd een combinatie van een spaakwiel en een vliegtuigpropeller gekozen. Doordat de eerste wereldoorlog was uitgebroken was de vraag naar auto's ingezakt. Onder de naam Spyker werden nu ook vliegtuigen gebouwd. Diverse typen werden geleverd aan de Luchtvaartafdeling en de Marine Luchtvaartdienst. In totaal werden tussen 1914 en 1918 bijna 100 gevechtsvliegtuigen en 200 vliegtuigmotoren geproduceerd. Op 6 juli 1922 ging Trompenburg opnieuw failliet. Later dat jaar volgde een tweede doorstart. Het bedrijf kon echter in de concurrentie door Amerikaanse fabrikanten niet goed meekomen, en de verkoop van het laatste topmodel, de Spyker C4, viel erg tegen. De Spyker C4 was uitgerust met een zescilinder Maybach motor, en verwierf faam in Groot-Brittannië als de 'Rolls-Royce van het continent'. Deze auto vestigde in 1922 ook nog een 24-uurs snelheidsrecord met een gemiddelde van 119 km/uur. In 1925 werd de productie gestaakt, en op 26 mei 1926 viel het doek definitief; de inventaris werd geveild en de gebouwen werden verkocht aan een papierfabrikant. Het bedrijf had in totaal zo'n 1500 auto's geproduceerd en had meer dan 100 patenten op zijn naam staan.